Ik ken iemand - vrijwel iedereen die mij kent, kent haar ook - die heel goed planten kan tekenen, echt heel goed. Zij heeft veel geoefend, echt veel, ze oefent dagelijks1.
Ik geef cursussen voor volleybaltrainers. De cursus bestaat uit vijf bijeenkomsten en tussen de bijeenkomsten door, vraag ik aan de deelnemers om thuis opdrachten te maken. De opdrachten zijn het voorbereiden van oefeningen of het kijken naar videofilmpjes met een bepaalde opdracht.
Veel cursisten hebben moeite om de thuisopdrachten op tijd af te krijgen en lang niet alle cursisten volgen alle bijeenkomsten.
Halverwege de cursus doe ik de volgende opdracht:
Ik vraag aan de groep: Er komt een speler naar je toe en die zegt: "ik wil graag beter worden met volleybal. Wat moet ik doen?" De cursisten krijgen de opdracht om zoveel mogelijk tips op te schrijven voor die speler.
De tips die ze verzinnen zijn er velen: ga veel trainen; kom naar de training; luister naar je trainer; oefen thuis; doe je best; ga nog meer trainen; kijk video's; etc. etc.
Daarna vertel ik het volgende: "Je maakt afspraken met de speler dat hij of zij drie keer per week komt en veel en goed gaat trainen. Na een maand blijkt dat de speler nauwelijks naar de training komt. Wat vind je daarvan? Ben je boos, teleurgesteld, iets anders?"
Er volgen veel reacties maar er zijn weinig cursisten die vinden dat je boos moet worden. Op de vraag: "Wiens probleem is het?" is het antwoord vrijwel altijd: "Dat van de speler".
Vervolgens vertel ik ze: "Met het komen naar deze cursus vragen jullie volgens mij aan mij: "ik wil heel graag beter worden in volleybaltraining geven, wat moet ik doen?"
We spraken toen af dat jullie bijeenkomsten zouden volgen en thuisopdrachten zouden maken. Een aantal doen dat niet?! Wat moet ik daarvan vinden en wiens probleem is dit?
Een vraag die ik niet stel maar me wel afvraag: "Hoe kun je als volleybaltrainer spelers vertellen op wat ze moeten doen om beter te volleyballen als je zelf moeite hebt met volgen van vijf bijeenkomsten en maken van thuisopdrachten nadat je hebt bedacht zelf beter te willen worden in volleybaltraining geven?"
Tijd investeren helpt. In de huidige tijd van quick en fast lijkt dat voor velen een lastige opdracht. Een reden "waarom niet" is snel gevonden. Alleen is het niet "practice what you preach?
Malcolm Gladwell kwam in 2008 in zijn boek Uitblinkers met de 10.000-uur-regel: je hebt 10.000 uur gerichte oefening (deliberate practice) nodig om meesterschap te bereiken in een complexe vaardigheid.
Of dat precies altijd 10.000 uur is, is reden voor discussie, net als de rol van je omgeving of het hebben van middelen. De regel is dan ook een kort-door-de-bocht interpretatie van het onderzoek van Zweedse psycholoog Anders Ericsson. Desalniettemin werd uit zijn onderzoek wél duidelijk dat deliberate practice een zeer belangrijke factor is voor meesterschap, belangrijker dan bijvoorbeeld aanleg.
Kortom er zijn geen shortcuts, er zijn geen pilletjes, er zijn geen trucjes. De manier om ergens goed in te worden is oefenen, oefenen, oefenen. Gericht oefenen.
Oefenen, oefenen, oefenen in volleyballen, in planten tekenen of in volleybaltraining geven. Of in het schrijven van blogs.
Dit is het vijftigste blog over volleybal. Samen met de tachtig over voetbal, heb ik dus honderddertig keer geoefend in het schrijven ervan. In tegenstelling tot de botanische tekenaar, kan ik nog niet zeggen dat mijn blogs ambachtelijk zijn. Ik blijf wel oefenen .... er volgt een 51ste.
1 Haar expositie is nog te bezoeken maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur, Stellicher advocaten & Hekkelman notarissen, Sickeszplein 1 te Arnhem tot 20 december 2024
Reacties
Een reactie posten